1 Voorwoord redactie

In deze uitgave van het Letseljournaal staat re-integratie centraal. Re-integratie is het weer deelnemen aan het maatschappelijke leven. Hoewel meestal verwijzend naar het weer deelnemen aan de arbeidsmarkt, re-integratie kan omvangrijker zijn dan werkhervatting. Vele slachtoffers met blijvend letsel hebben vaak te maken met een re-integratie in alle facetten van hun leven. Wij gaan in op het ervaringsverhaal van Leontien die een omvangrijk re-integratietraject mee maakte.

Verder aandacht voor de ontwikkelingen rondom arbeidsre-integratie. Met een re-integratietraject krijg je steun van de overheid om aan het werk te komen. Het doel van het kabinet is om minder mensen afhankelijk te laten zijn van een uitkering. En mensen sneller door te laten stromen van gesubsidieerde naar reguliere banen. Veranderingen zijn in aantocht. Nederland staat een ingrijpende vernieuwing van de sociale zekerheid te wachten. Zo bepleiten bijna alle landelijke politieke partijen een samenvoeging van verschillende uitkeringsvoorzieningen. Daarnaast moet er flink bezuinigd worden op vele fronten, dus ook op uitkeringen en re-integratietrajecten. Genoeg reden om dergelijke ontwikkelingen zorgvuldig te volgen.

Tot slot berichten wij dat alle Letseljournaals als pdf-bestanden beschikbaar zijn via onze website www.vvls.nl en kan de VvLS een ieder een kosteloos digitaal abonnement aanbieden.

Veel leesplezier!

 

2 Ervaringsverhaal over re-integratie

“Inmiddels zie ik mijn rolstoel als een lichtpunt, anders had ik nu nog steeds op bed gelegen.”

Re-integratie is omvangrijk

Re-integratie is het weer deelnemen aan het maatschappelijke leven. Veelal wordt re-integratie geassocieerd met werkhervatting binnen het arbeidsproces. Uiteraard speelt werk, en daarmee werkhervatting, een belangrijke rol in een mensenleven. Vele letselschade-slachtoffers hebben echter te maken met re-integratie op alle fronten, een re-integratie die verder reikt dan alleen hun professionele leven zoals tevens een re-integratie in hun sociale netwerk.

Een gebalanceerd en harmonieus leven is een goed functionerende eenheid bestaande uit werk, gezin en sociaal netwerk. Als één van deze elementen wegvalt kan dit vaak de gehele eenheid verstoren. Denk maar eens aan ontslag of scheiding. Als bij een persoon een element wegvalt functioneren vaak de overige elementen minder optimaal maar nog wel. De persoon kan dan gelukkig op de overgebleven elementen teruggevallen. Deze elementen fungeren tevens als basis om van daaruit een nieuwe balans te creëren.

Door serieus letsel kunnen alle bovengenoemde elementen tegelijk uit balans raken. Herstel, vernieuwing en het opnieuw maken tot een goed functionerende eenheid hebben in dat geval betrekking op alle aspecten van het leven. Terug de maatschappij in met blijvend letsel, gewijzigde mogelijkheden en een ander zelfbeeld gaat met ups en downs, kost veel energie en kan soms jaren duren.

Leontien (33 jaar) heeft de afgelopen vier jaren ondervonden hoe veelomvattend een re-integratietraject kan zijn. Zij is een leuke, spontane, alleenstaande vrouw met een bijzonder positieve instelling. Voor haar ongeval was ze erg actief; ze zat bij de brandweer, zij hield van motorrijden en zij kluste graag in huis.

Nu volgt Leontiens ervaringsverhaal na een verkeersongeval dat haar hele leven zoals zij het kende ontwrichtte.

Het ongeval

Eén van Leontiens favoriete activiteiten was motorrijden. Ze legde minimaal 1.000 kilometer per week af op haar motor. Tijdens één van haar motorritten in mei 2006 op weg naar huis via een 80-kilometerweg gaat er iets drastisch mis. Een automobilist voegt voor haar in, van een tankstationuitrit, zonder haar op te merken. Haar motor raakt onvermijdelijk zijn achterbumper. Leontien wordt van haar motor gelanceerd en komt terecht op de andere weghelft waar een 80-jarige automobilist, een tegenligger die niet tijdig kan stoppen of uitwijken, over haar heen rijdt. Achteraf verneemt zij dat brandweerlieden die op weg waren naar hun kazerne het ongeval zagen gebeuren en derhalve direct ter plaatse waren. Er wordt een traumahelikopter ingeschakeld om haar naar het ziekenhuis te vervoeren.

Leontien heeft fors letsel opgelopen tijdens dit ongeval; een bekkenbreuk, licht hersenletsel en zenuwletsel. Haar zenuwen zijn zo zwaar beschadigd dat zij rolstoelgebonden is zonder hoop op herstel. Vier jaar na het ongeval, na een lang revalidatietraject, heeft Leontien nog altijd dagelijks pijn. “De pijn berooft me van mijn energie.”

Op enkele beeldflarden na kan zij zich niets meer herinneren van het ongeval. In de maanden na het ongeval probeert zij het ongeval te reconstrueren, maar vele vragen blijven onbeantwoord. Hoe lang heeft ze bewusteloos op straat gelegen? De foto's van het ongeval die op internet stonden, mag dat zomaar? Waren er nog meer foto's gemaakt? Wie heeft het ongeval gezien?

Heroriëntatie

Ieder slachtoffer zal zijn of haar unieke re-integratietraject doorlopen. Direct na een ongeval is het slachtoffer veelal hoofdzakelijk patiënt. Het slachtoffer heeft in deze fase vooral hulp nodig voor het lichamelijke letsel en de verwerking van het ongeval.

Ook bij Leontien stond gedurende het eerste jaar na het ongeval de verwerking van het ongeval centraal. Al in de eerste weken na het ongeval had ze contact gezocht met de 80-jarige automobilist en met een getuige die haar een boeket bloemen met briefje stuurde. Deze ontmoetingen maakten destijds diepe indruk op Leontien.

Ongeveer een half jaar na het ongeval moest de zaak voorkomen en ten bate van haar verwerkingsproces was Leontien aanwezig bij de zitting. Een week daarvoor had zij voor het eerst iets vernomen van de veroorzaker van het ongeval, een 36-jarige getrouwde man met kinderen. Hij had bloemen bij haar laten bezorgen. De timing hiervan wekte ambivalente gevoelens op bij haar. Leontien kon deze enorme bos bloemen niet meer zien als een oprecht gebaar; zij kreeg sterk het gevoel dat de bloemen enkel en alleen gestuurd waren in het licht van de zitting en het daaropvolgende vonnis. Bij het zien van het slachtoffer in haar rolstoel barstte de gedaagde op de zitting in tranen uit. Zijn schuldgevoel was groot. Later heeft hij haar nog gevraagd of ze contact met hem wilde; tot nu toe is ze hier niet op ingegaan.

Zeven maanden na het ongeval heeft Leontien het brandweerkorps opgezocht om de betrokken brandweerlieden persoonlijk te bedanken. Tevens was dit een mooie gelegenheid voor haar om de gebeurtenissen te reconstrueren en om de antwoorden te krijgen op de vele vragen die zij nog had over het verkeersongeval dat haar leven zo heeft getekend.

Na deze eerste fase komt doorgaans de nadruk steeds meer te liggen op het feit dat de patiënt ook letselschade-slachtoffer is geworden. Naast de medische gevolgen van een ongeval ondervindt het slachtoffer steeds meer de beperkingen in gezin, scholing en werk. Hierbij geldt vrijwel altijd: hoe sneller adequate tweedelijns opvang op gang komt, hoe sneller het slachtoffer weer in zijn sociale en werkzame leven kan terugkeren.

Re-integratie: (t)huis

“Wat je als slachtoffer en gehandicapte moet beseffen is dat je ook rechten hebt. Je moet allereerst begrijpen wat deze rechten zijn en vervolgens moet je erop staan want deze gelden dus ook voor jou.”

Het besef dat zij rechten heeft drong pas echt tot Leontien door nadat zij haar letselschade-advocaat bij haar thuis moest ontvangen; zijn kantoor bleek niet rolstoeltoegankelijk te zijn. Achteraf realiseerde zij zich dat dit een inbreuk was op haar privacy. Haar thuis is haar eigen stekkie. Dit is de enige plek waar zij het geheel voor het zeggen heeft. Zij realiseert zich dat als zij niet voor haar rechten opkomt, niemand dat zou doen.

In haar eigen woning voelt zij zich zeer goed. Na het ongeval is ze zodra dit enigszins mogelijk was naar huis gegaan, aanvankelijk met behulp van verpleging voor haar open wonden en met twee keer per week huishoudelijke hulp. Zonder deze hulp had ze niet zelfstandig kunnen wonen.

“Bij thuiskomst word je meteen geconfronteerd met je beperkingen. Gelukkig had ik al een benedenwoning maar gaandeweg besefte ik dat met veel meer aspecten in mijn directe omgeving rekening gehouden moest worden. Zo kon mijn eerste rolstoel niet door de deurposten. Tevens is de totale woonoppervlakte van 60 m2 niet toereikend voor een rolstoelgebruiker. Hoe valide mensen hun spullen opbergen is geheel anders dan invalide mensen in een rolstoel. Zo heb je te maken met draaicirkels en een bepaalde rangschikking van spullen waar je al dan niet makkelijk bij moet kunnen. Valide mensen bergen hun spullen verticaal op. Invalide mensen kunnen maar tot een bepaalde hoogte komen; hun spullen worden voornamelijk horizontaal verspreid. Tja, dit zijn allerlei aspecten, die bedenk je niet vooraf.”

Bij thuiskomst krijg je waardering voor zaken die voorheen zo vanzelfsprekend waren. “Ik weet dat ik nooit meer een badkamer zal verbouwen. Vandaar dat ik bijzonder trots ben op mijn badkamer die ik vlak voor mijn ongeval heb geïnstalleerd. Ik ben daardoor voorstander van losse zitjes; het intact houden van mijn badkamer is heilig.”

Re-integratie: werk

Een belangrijk onderdeel van Leontiens re-integratie was de terugkeer naar haar werk. Ten tijde van het ongeval werkte Leontien als operationeel veiligheidsdeskundige van boorplatformen. In deze functie staat veiligheid van en voorlichting aan werknemers centraal. Hoe processen en procedures moeten verlopen, de reden voor vernieuwingen, welke vernieuwingen geïmplementeerd moeten worden en wat de theoretische en praktische effecten zijn? Haar functie is erg veelzijdig en vindt zowel op kantoor als op de werkvloer plaats; deze werkvloer bevindt zich op on- en offshoreplatformen in binnen- en buitenland.

Zes maanden na het ongeval pakte Leontien haar werkzaamheden weer deels op en werkte ze parttime voor zes uur per week. “In het begin was dit erg onwennig. Allerlei kleine en onverwachte gebeurtenissen kunnen erg confronterend en uitputtend zijn. Zo had ik bijvoorbeeld mijn collega's gedurende mijn revalidatie niet gezien. Het was raar dat zij me allemaal herkenden. Ik, daarentegen, was al hun namen kwijt; zij moesten zich allemaal opnieuw aan mij voorstellen. Verder heb je bijvoorbeeld een e-mailbox vol met e-mails van de laatste half jaar; dit confronteert je met het feit dat je leven voor maanden heeft stilgestaan. Voorheen was ik altijd goed geïnformeerd en hielp ik anderen. Nu was ik opeens in de positie waarin ik vaak moest zeggen dat ik het gewoon niet wist en waarin ik iemand moest vragen het nogmaals uit te leggen.”

Niet alleen het uitvoeren van haar werkzaamheden maar ook het creëren van een mogelijkheid om haar werkzaamheden te continueren verliep moeizaam. Leontien heeft wel twee maanden gevochten om überhaupt te mogen terugkeren. De HR manager en haar eigen manager konden zich niet voorstellen dat veiligheid en een rolstoel samen kon gaan. “Ik zag me verplicht thuis zitten. Ik dacht: dit is niet fair! Ik kon het geen plekje geven en heb me er hevig tegen verzet.”

Uiteraard is een offshoreplatform niet eenvoudig te bezoeken in een rolstoel vandaar dat haar parttime taken zich beperkten tot een kantoorlocatie in Amsterdam. Vanuit deze locatie kon zij haar taken uitvoeren waarbij vakgerichte kennis en ervaring nodig zijn zoals ongevallenanalyse en vertaalwerk vanuit het Engels naar het Nederlands. Echter, wat voorheen bijzaken waren, vormden nu haar hoofdtaken.

Een extra complicatie in dit re-integratieproces waren de veranderingen in het team. Deze waren voor het ongeval al in het vizier. Sterker nog, Leontien zou promotie maken en ter voorbereiding op haar nieuwe functie zou ze vanaf juni 2006 meelopen met haar leidinggevende. Door het ongeval ging deze promotiekans aan haar voorbij maar de reorganisatie binnen het bedrijf was een feit. Haar leidinggevende vertrok zoals gepland in november 2006. Door veranderingen in de organisatiestructuur verviel uiteindelijk haar functie en werden de taken overgedragen aan de kwaliteitsafdeling binnen het bedrijf.

Ze mocht haar functie behouden op één voorwaarde, helaas een zeer onrealistische voorwaarde. Zij moest voor eind 2006 zonder rolstoel naar haar werk kunnen gaan om haar taken uit te voeren op dezelfde wijze als voor haar ongeval. “Dit was niet mogelijk. Dit is nog steeds niet mogelijk. Ik werd voor het eerst geconfronteerd met het feit dat ik voor altijd in een rolstoel zou zitten en dat ik mijn werkzaamheden niet kon en niet mocht uitvoeren. Mijn baan was echt alles voor me dus het was erg moeilijk om hierin te berusten.” Zij was op contractbasis gedetacheerd en dit contract werd in december 2006 dan ook niet meer verlengd waardoor ze uiteindelijk in de WAO terecht kwam.
 

Re-integratie: sociaal netwerk

“Mijn sociaal leven ligt sinds het ongeval op z'n gat. Ik heb mijn allerbeste vriendin verloren, zij kon de situatie gewoon niet aan. Ik neem haar niets kwalijk, maar het doet nog steeds pijn en ik weet me daarmee geen raad.”

“Mensen reageren zo anders op je dan voorheen, zowel bekenden als onbekenden. Zo mag je blijkbaar nooit meer lachen als je in een rolstoel zit! Al mijn contacten zijn veranderd, ook mijn contact met mijn familie. In eerste instantie moet je zelf de nieuwe situatie accepteren, daarna accepteren de mensen om je heen het pas. Daar je zelf 100% van de tijd in de nieuwe situatie leeft en elke dag wordt geconfronteerd met bijvoorbeeld je rolstoel, ben je ook de eerste die de situatie aanvaardt en vooruit wil. Ik heb familieleden die nu nog steeds kwaad zijn en mijn huidige situatie niet volledig accepteren.”

Nu is alles anders: je kan niet meer alleen op vakantie, je kan vrienden niet meer spontaan bezoeken en je kan niet meer mee naar dat favoriete (rolstoelonvriendelijke) restaurant. Alles wat je doet, doe je op een andere wijze dan voorheen. “Ik kan niet meer voor een week boodschappen halen: vol is vol, dan houdt het op en moet ik naar huis.” Alles wat je ervaart, ervaar je op een andere wijze dan voorheen. Toen een motormaatje van Leontien verongelukte in juni 2007 was dit erg emotioneel voor haar. Deze vriend maakte een nare onhandige val en belandde op zijn nek. De val van Leontien een jaar daarvoor was veel heftiger, echter zij is er nog terwijl hij er niet meer is.

Nu dat ze lichamelijk en emotioneel veel sterker is, probeert Leontien langzamerhand haar onafhankelijkheid zo veel mogelijk te herstellen. Haar mobiliteit is hiervoor cruciaal. Voorlopig reist ze nog per taxi. Uiteraard is ze erg dankbaar dat deze manier van vervoer voor haar mogelijk is maar ondertussen vindt ze het vreselijk om die taxi weer te moeten bellen; ze wil ook wel eens alleen kunnen reizen en ze wil ook weer zelf kunnen bepalen wanneer ze vertrekt. Maar alles kost energie, tijd en geld. Naast een aangepast rijbewijs is er een aangepaste auto nodig. Toevallig had ze al een automaat maar er zijn meer noodzakelijke aanpassingen. Zo moet ze bijvoorbeeld met gemak twee rolstoelen (waaronder een sportrolstoel) kunnen inladen en vervoeren in haar auto.

Sport is een cruciaal element in het leven van Leontien. Zij doet aan rolstoelbasketbal, fysiofit, zeilen en zwemmen. Ze laat zich regelmatig masseren en dit jaar is ze voor het eerst na het ongeval weer op skivakantie geweest; voorafgaande aan deze vakantie heeft ze enkele mono-zit-ski lessen gehad.

Ze heeft erg veel plezier in dit soort sportactiviteiten en ze is erg ambitieus. Helaas lukte het haar net niet om met rolstoel- basketbal mee te doen aan de Paralympics 2008 in Peking. Om de sport eerlijk te houden, wordt de handicap van de individuele rolstoelbasketballers door een officiële commissie gekwalificeerd op een schaal van 1 tot 4,5. Naargelang de aard van de handicap krijgt elke speler een individueel classificatiecijfer. De speler met de hoogste functionele mogelijkheden krijgt het cijfer 4,5 die met de meeste functionele beperkingen het cijfer 1,0. Een team bestaat uit maximaal tien veldspelers waarvan er telkens vijf op het veld staan. De som van de classificatiecijfers van de vijf spelers op het veld mag het maximum van veertien punten niet overschrijden. De individuele kwalificatie van Leontien sloot helaas niet goed aan op de benodigde kwalificatie van het Nederlandse basketbalteam.
 

Re-integratie: financiën

Leontien raadt slachtoffers aan een rechtvaardige letselschadevergoeding voor zichzelf te regelen. Dit houdt in dat er tevens rekening gehouden is met toekomstige schade zoals verlies in arbeidsvermogen, vergoeding voor huishoudelijke hulp, additionele onkosten door benodigde aanpassingen, door extra slijtage en voor voortzetten van hobby's. “Zonder goede schaderegeling had ik echt geen mono-ski kunnen kopen of geen aangepaste auto hoeven overwegen. Een goede schaderegeling lukt niet zonder goede onafhankelijke belangenbehartiger. Vergeet niet dat je als letselschade-slachtoffer rechten hebt!”

Mocht u vragen hebben over letselschade-zaken, de Vereniging voor Letselschade-Slachtoffers kan u persoonlijk adviseren. Neemt u vrijblijvend telefonisch contact op met de VvLS via 0900-6353538.

Re-integratie: stand van zaken…

Na de catastrofale aanrijding moest Leontien abrupt afscheid nemen van haar leven zoals zij het kende. “Als een manco maar lang genoeg duurt, went men er vanzelf aan. Langzamerhand, heel langzaam, berust ik in mijn situatie. Nu ben ik gere-integreerd. Verder ben ik content en verveel me niet. Ik zie mijn rolstoel als een lichtpunt, anders had ik nu nog steeds op bed gelegen.”

 

3 Ontwikkelingen arbeidsre-integratie

Dossier Re-integratie, Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inleiding

Stel: je raakt je baan kwijt of je kunt moeilijk een baan krijgen. Met een re-integratie-traject krijg je steun van de overheid om (opnieuw) aan het werk te komen. Het doel van het kabinet is om minder mensen afhankelijk te laten zijn van een uitkering. En mensen sneller door te laten stromen van gesubsidieerde naar reguliere banen.

Plan van aanpak

Op Prinsjesdag 2008 kwam het kabinet met het Plan van aanpak re-integratie. Re-integratie moet selectief en vraaggericht zijn. Dit betekent dat er per geval wordt beoordeeld welke ondersteuning nodig is om iemand zo snel mogelijk aan de slag te helpen. Gemeenten en UWV bepalen wie er in aanmerking komt en voor welk re-integratietraject.

Kosten en effectiviteit

Tijdens de begrotingsbehandeling van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in december 2009 nam de Tweede Kamer een motie aan om onderzoek te doen naar de kosten en effectiviteit van re-integratie. Minister Donner en voormalig staatssecretaris Klijnsma van SZW zegden toe onderzoek te doen en voor de zomer van 2010 met de resultaten te komen. In het onderzoek wordt gekeken naar wat de kosten, inspanningen en resultaten zijn van re-integratie door gemeenten en UWV.

Re-integratiebudget

Ook stelde de Kamer vragen over de besteding van geld aan re-integratie voor mensen met een werkeloosheidsuitkering (ww’ers). Het UWV kreeg voor 2010 126 miljoen euro voor re-integratie. Eind februari meldde het UWV aan minister Donner dat het re-integratiebudget voor 2010 sneller opgaat dan verwacht. Uiteindelijk bleek dat het totale re-integratiebudget voor 2010 al in de eerste twee maanden is uitgegeven.

Betere controle

UWV-vestigingen mogen nu uitsluitend nog re-integratietrajecten aanbieden aan klan-ten die langer dan één jaar werkloos zijn en als een werkgever een baangarantie van minimaal zes maanden geeft. Daarnaast wil het kabinet de controle op de uitgaven verbeteren en daarom krijgt elke UWV-vestiging een apart re-integratiebudget voor ww’ers. Ook wordt er nog extra geld vrijgemaakt omdat het kabinet in deze tijd van economische crisis de re-integratie voor ww’ers niet helemaal wil stopzetten.

Gevolgen voor re-integratiebranche

Minder externe re-integratiebureaus

Het re-integratiebudget van UWV raakt op. Daarom worden er minder externe re-integratiebureaus ingeschakeld.

'We hebben nu te maken met de meest ongunstige situatie om werklozen snel aan het werk te krijgen', zegt Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan de Universiteit van Tilburg. 'Naast de discussie over de effectiviteit van re-integratiebedrijven is er ook nog eens sprake van een enorme toestroom van werklozen én bezuinigingen van het kabinet. Om mensen snel aan het werk te krijgen, werden er in 2009 meer re-integratietrajecten aangeboden, ook in een vroeg stadium. 'Dat heeft aardig wat centen gekost', aldus een woordvoerder van het UWV. Het budget raakt nu op. Daarom is besloten externe re-integratiebureaus pas na een jaar werkloosheid in te schakelen.

'Deze maatregel zal een significante omzetdaling tot gevolg hebben', zegt Leo Bijl, van branchevereniging Stichting de Bestemming waar zo'n 150 re-integratiebureaus bij zijn aangesloten. 'Je loopt de instroom van een half jaar tot een jaar mis.' Ook sluit hij niet uit dat er bedrijven zullen zijn die de deuren moeten sluiten. Dat geldt vooral voor de bedrijven die naast het UWV weinig nevenactiviteiten hebben. Hij schat dat gemiddeld minstens een derde van de inkomsten bij het UWV vandaan komt.

Selectie extern re-integratiebureau

Bij het selecteren van een re-integratiebureau kunt u besluiten een bureau in te schakelen dat het keurmerk Blik Op Werk voert. Hieraan is een verplichte cliënttevredenheidscore verbonden die voor iedereen zichtbaar is; transparant in kwaliteit dus. Alle bureaus met dit keurmerk zijn te vinden op de site www.blikopwerk.nl.

4 Nieuws

Politiek nu ook voor een uitkering

19 april 2010

Bron: www.binnenlandsbestuur.nl

Nederland staat een ingrijpende vernieuwing van de sociale zekerheid te wachten. Bijna alle landelijke politieke partijen bepleiten een samenvoeging van verschillende uitkeringsvoorzieningen.

Ook het bestaansrecht van het UWV Werkbedrijf wordt in de meeste verkiezings-programma’s ter discussie gesteld. Als het aan de meeste partijen ligt, krijgen de gemeenten een groot deel van de uitvoering helemaal in handen. De programma’s sluiten daarmee aan de bij de aanbevelingen uit de Brede Heroverwegingen, waar het kabinet om had gevraagd.

CDA, VVD, GroenLinks en ChristenUnie kiezen onomwonden voor het samenvoegen van de bijstand, de Wajong en de sociale werkvoorziening tot een regeling. De PvdA formuleert het wat omzichtiger door aan te sturen op gewone bijstand voor mensen zonder arbeidsbeperking en ‘bijstand plus’ voor degenen met een beperking. De salarissen in de sociale werkvoorziening, die nu als relatief hoog worden gezien, worden als het aan de sociaaldemocraten ligt, in de loop der tijd naar beneden aangepast aan die bijstand plusnorm.

Experiment

Twee jaar geleden opende oud-CDA-minister voor Sociale Zaken, Bert de Vries, de discussie door te pleiten voor een regeling voor alle mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De afgetreden staatssecretaris Jetta Klijnsma wilde daarmee eerst op kleine schaal experimenteren om te zien hoe dat in de praktijk zou uitwerken. De wetswijziging die daarvoor nodig was, is net door de Eerste Kamer. De eerste gemeenten moeten er binnenkort mee aan de slag. Het is de vraag of een nieuw kabinet dat gaat afwachten, of het ook zonder experimenten aandurft om het hele stelsel om te gooien.

ChristenUnie, CDA en VVD zien graag dat gemeenten verantwoordelijk worden voor alle re-integratie, waarmee die taak dus weggaat bij het UWV. De ChristenUnie pleit ervoor de instantie dan maar helemaal op te heffen, het CDA wil gemeenten de verantwoordelijkheid geven over het Werkbedrijf (wat de facto op hetzelfde neerkomt) en de VVD wil dat de instantie alleen nog de keuringen blijft uitvoeren.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is er voorstander van om de gemeenten verantwoordelijk te maken voor een grote regeling. De gemeentekoepel vindt dan wel dat ook al het geld mee moet komen. En dat lijkt nu net onwaarschijnlijk. De heroverwegingscommissie zag wel een mogelijke bezuiniging van een half miljard op re-integratiemiddelen en een bezuiniging komt in verschillende verkiezingsprogramma’s ook terug. De VNG vreest dat met minder re-integratie mensen langer in een uitkering blijven, wat uiteindelijk toch meer geld kost.

Reïntegratie ook binnen jaar inzetten

19 april 2010

Bron: www.binnenlandsbestuur.nl

Re-integratie werkt het beste als het selectief én tijdig wordt ingezet. Het is niet wenselijk om iedereen standaard een jaar in de wacht te zetten.

Dat zegt het hoofd van de inspectie Werk en inkomen, Peter Pennekamp. “Je kunt met een schot hagel werken of kiezen voor de groep die het het hardst nodig heeft. Dat laatste hangt af van een aantal factoren, zoals leeftijd, opleiding en hoe breed iemands werkervaring is. Hoe lang iemand al werkloos is, is ook een belangrijke factor, maar niet de enige. Als iemand van 52 jaar met een heel specialistische achtergrond net werkloos is geworden, dan is het beter niet te lang te wachten met re-integratie.”

Onlangs maakte het UWV bekend uit geldgebrek geen externe re-integratiebureaus meer in te schakelen voor mensen die korter dan een jaar werkloos zijn. Minister Donner (Sociale Zaken, CDA) dwingt de organisatie alsnog 35 miljoen euro uit de eigen organisatie vrij te maken voor re-integratie, maar vindt ook dat dat geld vooral op de langdurig werklozen moet worden gezet. Voor degenen die minder dan een jaar werkloos zijn blijft alleen de ondersteuning van het UWV zelf beschikbaar, zoals sollicitatietrainingen en ondersteuning door een werkcoach.

Begrijpelijk, vindt Pennekamp. “In tijden van krapte komt de keuzevraag nu eenmaal in beeld. 70 procent van de werklozen vindt binnen een half jaar weer een baan, veel mensen redden zich wel. Maar met name de oudere groep is moeilijker bemiddelbaar, Mensen die wat ouderen zijn hebben het meeste baat bij re-integratie. Onderzoek wijst alleen wel uit dat er dan ook tijdig mee begonnen moet worden.”
 

5 De Letsel-Bus

Is er een letselschade thema waar u altijd al meer over wilde weten, kent u iemand met een speciaal verhaal die wij kunnen interviewen of heeft u een oproepje? Stuur De Letsel-Bus uw tips voor een volgend letseljournaal.

Ook al uw vragen of opmerkingen over deze publicatie of een van onze voorgaande letseljournaals delen we graag met al onze lezers.

U kunt contact opnemen met de Vereniging voor Letselschade-Slachtoffers (VvLS) als u wilt reageren op een van de geplaatste Letsel-Bus oproepjes.

Schrijf naar de VvLS, onder vermelding van ‘De Letsel-Bus’, Postbus 157, 1000 AD te Amsterdam, stuur een e-mailtje naar info@vvls.nl of bel 0900-6353538.

Het letseljournaal gaat digitaal!

Wat houdt dit in?

Alle Letseljournaals zijn thans als pdf-bestanden beschikbaar via onze website www.vvls.nl/letseljournaals.

Wijziging particuliere abonnementen

Toekomstige uitgaven van het Letseljournaal zullen digitaal gepubliceerd worden voor alle particuliere abonnees. Zij ontvangen het digitale journaal per e-mail. Derhalve kan de VvLS haar abonnement per heden gratis aanbieden.

Aanbod aan particuliere abonnees

Wilt u het Letseljournaal kosteloos blijven ontvangen, stuurt u dan een e-mail naar info@vvls.nl onder vermelding van ‘digitaal abonnement’ en uw adresgegevens zodat wij u makkelijk in ons bestand terug kunnen vinden.

Aanbod aan nieuwe abonnees

Een ieder kan het digitale Letseljournaal kosteloos per e-mail ontvangen. Interesse? Stuurt u dan een e-mail naar info@vvls.nl onder vermelding van ‘digitaal abonnement’.

VvLS netwerk

Voor alle organisaties binnen het VvLS netwerk zullen toekomstige uitgaven van het Letseljournaal nog steeds op papier verschijnen.

Ingezonden bericht 30 november 2009

Geachte VvLS vrijwilligers,

Bij dezen zeg ik mijn abonnement op per 1 januari 2010. Ik wens de Vereniging voor Letselschade-Slachtoffers een goede toekomst en sterkte met het vele en nuttige werk voor slachtoffers.

Zelf heb ik maar kort van de diensten gebruik hoeven maken en is aan een ‘touwtrekkerij’ met de tegenpartij een einde gekomen.

Mijn dank voor de assistentie,

een letselschade-slachtoffer


 

6 Agenda

13 t/m 15 mei 2010 te Deurne

Rolstoelmeerdaagse Deurne

U wordt als deelnemer van de Rolstoelmeerdaagse getrakteerd op een onvergetelijke tijd vol sport en amusement. Er worden verschillende toertochten gereden. U kunt deelnemen met uw handbike, wheeler of gewone handbewogen rolstoel. In verband met het tienjarig bestaan kunt u tevens iedere avond genieten van een mooi entertainmentprogramma.

Meer info: www.rolstoelmeerdaagse.nl
 

Donderdag 27 mei 2010 in ’t Spant te Bussum

Kennismarkt 2010

Actief meepraten en samen tot nieuwe inzichten komen? Ervaringen uitwisselen op het thema wat in uw organisatie actueel is? Het kan allemaal tijdens de Kennismarkt, hét jaarlijkse podium voor de gehandicapten- sector om kennis uit te wisselen en nieuwe ideeën op te doen. De kennismarkt is de ontmoetingsplek voor alle geïnteresseerden in de gehandicaptensector, zoals professionals, beleidsmakers en mensen met een beperking. De eerste kennismarkt van het Kennisplein Gehandicaptensector in 2009 was een groot succes; ruim 300 mensen deelden hun kennis in 45 workshops, in 25 posterpresentaties en op de informatiemarkt.

Meer info: www.kennisplein.registrationsite.nl

 

Woensdag 2 juni 2010

Nationale Straatspeeldag 2010

Een keer per jaar kunnen kinderen hun protest tegen de gevaren in hun straat laten zien en horen. Tijdens deze Buiten- en Straatspeeldag wordt in heel Nederland de straat van de kinderen. Met allerlei acties vragen zij aandacht voor verkeersonveilige situaties. Maar natuurlijk is deze dag vooral ook een groot kinderfeest.

Meer info: www.veiligverkeernederland.nl

 

7 Letselschaderaadsvrouw

Heeft u een probleem of vraag waar u zelf niet uitkomt? De VvLS helpt u graag! Schrijf naar: Vereniging voor Letselschade-Slachtoffers, o.v.v. ‘Letselschaderaadsvrouw’, Postbus 157, 1000 AD Amsterdam of stuur een e-mailtje naar info@vvls.nl.

Vraag:

Mijn twee dochters hebben vorige week letsel opgelopen bij een verkeersongeval. Mijn oudste dochter zat achter het stuur en de jongste zat naast haar als passagier. Wat er precies is gebeurd weet ik (nog) niet; alleen dat een andere auto erbij betrokken was. Mijn oudste dochter heeft suikerziekte; het is goed mogelijk dat zij haar bewustzijn is verloren en daardoor het ongeval heeft veroorzaakt. Zij ligt momenteel nog in het ziekenhuis. De jongste is gelukkig weer thuis; die kan helaas voorlopig haar studie niet voortzetten en zij heeft haar bijbaantje moeten opzeggen. Nu vertelde iemand me dat wij sowieso een letselschadezaak kunnen starten, ook als mijn oudste dochter de veroorzaker van het ongeval is. Hoe zit dat precies?

Antwoord:

Het is u onduidelijk wie het ongeval heeft veroorzaakt. Als die andere automobilist de veroorzaker is dan kunnen uw beide dochters hun schade op deze automobilist, en indien deze verzekerd is op zijn of haar verzekeraar verhalen.

Echter, het kan zijn dat uw oudste dochter het ongeval heeft veroorzaakt. In dat geval kan uw jongste dochter haar schade verhalen via de verzekering van uw oudste dochter. Tevens zouden beide bestuurders gedeeltelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden. Dat hangt af van wat er is gebeurd. Ook in dit geval kan uw jongste haar schade verhalen. Kortom, uw jongste dochter heeft hoe dan ook recht op een schadevergoeding. De toedracht is nog wel van belang om de aansprakelijke verzekeraar vast te stellen. Deze verzekeraar zal tevens haar belangenbehartiger moeten betalen.

Voor het al dan niet opstarten van een letselschadezaak voor uw oudste dochter is de toedracht van belang. Eventueel is er in de zaak van uw oudste dochter een andere mogelijkheid om haar schade gedekt te krijgen. Deze is geheel afhankelijk van de soort verzekeringen die uw dochter heeft afgesloten. U schrijft namelijk dat uw dochter diabetespatiënte is die mogelijk haar bewustzijn verloor waardoor het ongeval plaats vond. De meeste ongevallenverzekeringen bijvoorbeeld sluiten niet uit en dekken derhalve ongevallen die ontstaan ten gevolge van ziekte, een gebrek of een lichamelijke of geestelijke toestand.

Concluderend is het zeker verstandig een belangenbehartiger de bovenstaande mogelijkheden te laten uitzoeken en waar mogelijk uitwerken. Als u nog geen goede belangenbehartiger heeft helpt de VvLS u graag één te vinden.

 

Bewaarnummer 28 - Mei 2011